Een nieuw blog


Blog van kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven. Zoek je informatie over een van mijn boeken klik dan rechts op het juiste label en je krijgt de selectie die je zoekt.
Blogs over enkele reizen van me vind je ook door op het juiste label rechts te klikken.
Wil je me ergens over benaderen mail dan naar zjors#casema.nl en vervang daarin de # door een @

dinsdag 30 juli 2013

Tsjechië 4 - The wiefoek is still broken

(Lees eerst: http://www.nettyvankaathoven.blogspot.nl/2013/07/tsjechie-3-wiefoek-is-broken.html)

Ons handig mannetje


De volgende ochtend zaten we spic en span tegen onze gewoonte in al om 8 uur voor de camper met de gebroken wiefoek. Want ja, hij zou komen, ons handige mannetje. Misschien om 8 uur, misschien om 9 uur of later. En dan zouden we hem vast moeten volgen naar een of ander handig oord waar hij handig de wiefoek zou repareren. Dan konden we natuurlijk niet met verwarde haren nog in bed liggen.
We wachtten en wachtten.
En wachtten en wachtten.
Maar ook om 10 uur nog geen handig mannetje.
Ik besloot het tunneltje onder de snelweg te nemen en aan de overkant bij de benzinepomp om raad te vragen, daar zou vast wel iemand Engels of Duits spreken. (Ja, vreemd genoeg liggen campings in Tsjechië soms niet alleen aan een zwempoel, maar ook nog aan een snelweg)

Een ander handig mannetje


Maar ook hier: geen woord over de grens. Een schichtig meisje werd bij een pomp vandaan geplukt. Het viel me de hele vakantie al op dat de jonge mensen die wel een enkel woord over de grens spreken bijzonder giechelig dan wel schichtig dan wel wegrennerig werden als hen gevraagd werd een  woordje te vertalen. Het bravoure waarmee vrijwel elke Nederlander zijn volledig verbasterde talen spreekt, ontbreekt hier volledig. Maar goed, het lukte dit meisje om de pompmeneer duidelijk te maken wat mijn probleem was.
Ook hij belde zich een slag in de rondte met de heuglijke mededeling na afloop dat redding onderweg was. Naar de benzinepomp, want waar onze onzichtbare auto gebleven was, was voor de meneer nog steeds een raadsel. Over 5 minuten met een kleine of grote marge zou mijn handig mannetje arriveren. En verdraaid: na exact 5 minuten draaide er een auto de plaats op met een mannetje in overall. Dat zou hem moeten zijn.
Samen scheurden we piepend door de bochten naar de kapotte wiefoek.

Follow my husband


Op zijn buik liggend constateerde hij dat die kapot was. Dat hadden we al gedacht.
Ik sleepte er een andere kampeerder bij die een enkel woord Duits sprak, maar het wilde maar niet vlotten met onze technische conversatie.
Handig mannetje belde een mooie vrouw - ik zag het plaatje op zijn toestel - en stopte me de telefoon in de hand.
Wanneer we naar huis wilden, vroeg ze me hakkelend in het Engels.
Ja, today dus, we hadden al uren onderweg willen zijn.
'Follow my husband,' was het enige zinnige dat er nog uitkwam, ongeveer tien keer herhaald.
Ik maande met gebaren de husband om zijn rijstijl, waarvan ik net had kunnen genieten, ietsje te matigen anders zouden we hem zeker kwijtraken en we volgden hem door het dorpje met - zoals overal die vakantie - legio afgesloten wegen.
Bij zijn huis aangekomen, een woonhuis met een stuk of wat aftandse auto's in de tuin te koop en een bergje bumpers ernaast, vroeg hij mijn vriendin de sleutels van de camper.

Iedereen blij


Zijn vrouw wees ons de weg naar een restaurantje en verzekerde ons dat we na een hodina terug mochten komen om ons kwakkelende karretje op te halen.
Na een uur wandelden we terug en net op dat moment werd hij inderdaad - zonder ons gevreesde uitlaatgeluidje - keurig van de oprit op straat gereden. Het handige mannetje vroeg ons omgerekend 28 euro voor zijn perfecte laswerk. Hij kreeg nog een fooitje.
Bij mijn garage ben ik tenslotte al 35 euro kwijt als ik de auto alleen nog maar het terrein op gereden heb met de verzekering dat er een onhandig mannetje een blik op zal werpen.
Maar waarschijnlijk had ons mannetje de dag van zijn leven, want verderop in een stad zagen we dat er geadverteerd werd met een uurtarief van omgerekend nog geen tientje bij de garages.
In ieder geval was iedereen gelukkig. Wij, hij en ons pruttelende karretje nog het meest.
De moraal van dit verhaal: als je toch een kapotte uitlaat wilt krijgen, doe dat dan in Tsjechië. Scheelt je 550 euro voor een nieuwe.

(Omdat de kapotte uitlaat nog steeds niet fotogeniek is, plaats ik maar weer wat anders wat kapot is. Het hoofd van deze onhandige meneer in een nis op een kasteel is vervangen door een lelijk afstekend betonhoofd, maar zonder handen kan hij blijkbaar best verder de gevel sieren. Wie het is? Geen idee.)

maandag 29 juli 2013

Tsjechië 3 - The wiefoek is broken

Oeps, een gat


Terwijl we van de ene camping via mooie landweggetjes naar een volgende camping rammelden, klonk ineens dat geluid dat ik al zeker 35 jaar niet meer gehoord had. Een overduidelijk gat in de uitlaat. Nu had ik vroeger een handig mannetje bij de hand (de bestuurder van die Lelijke Eend die steeds een rotte uitlaat had) die zoiets snel fikste met een opengesneden bierblikje en wat ijzerdraadjes. Dus ernstige zorgen maakten we ons niet, de Tsjechen staan tenslotte bekend om hun handigheid en vernuft.
Twee middelbare dames (wij dus) doken een paar uur later op de camping op hun buik in het enkellange gras om de toestand onder de duistere camper te beoordelen. Dat viel tegen: geen gat, maar de uitlaat was na de demper volledig doormidden gebroken. De demper zwieberde gevaarlijk op en neer. Geen toestand om eens even 1200 kilometer snelweg naar Nederland mee te nemen.

'Geen nood: we bellen de ANWB.'
Nou vergeet het maar. Tegen de tijd dat mijn beltegoed op was, hadden we nog geen verbinding. En we kregen niet eens te horen hoeveel wachtenden er nog voor me waren.

Onze wiefoek was broken


Dus toog ik naar het bier- en vetteworsttentje naast de zwembadpoel (een zwembad in Tsjechië heeft vaak een groot grasveld ernaast en dat is dan tevens camping :-)) en probeerde aan het meisje dat twintig woorden Engels verstond en er zes sprak uit te leggen dat we een garage nodig hadden. Want onze 'wiefoek' was broken. Het Engelse woord voor uitlaat had ik niet paraat en zou ze vast ook niet verstaan, maar in mijn Tsjechische boekje vond ik het woord voor uitlaat výfuk en dat moest dan ongeveer klinken als wiefoek, stond er.
Nee, een garage hadden ze niet. Niet in dit dorp en ook niet in de regio. Maar ze hadden wel handige mannetjes. Die hadden ze plenty.

Vertrouwen


Met veel overbodig geluid riep ze enkele gevaarlijk uitziende mannen (heel breed, heel kaal en heel veel tattoos) van hun biertafeltje vandaan. De mannen belden zich een slag in de rondte voor me. Eindelijk, na een stuk of twintig telefoontjes hadden ze een handig en beschikbaar mannetje te pakken en dat zou zich morgen rond negen uur bij ons vervoegen. Ik vroeg het nog zes keer na in mijn beste Tsjechisch of ze echt bedoelden wat ik verstond. Daarop kwam een drietandige oude man die wat Duits sprak te hulp, gevolgd door een jonge knul die zelfs Nederlands sprak (hij had een tijd in Nederland gewerkt).
En ja hoor, er zou morgenochtend echt iemand komen. Maar om 9 uur betekende hier tussen 8 uur en 10 uur, met nog wat marge. We moesten vertrouwen hebben, dat ging echt goedkomen.
Dat had ik toch mooi geregeld met mijn tattoojongens. Nu kon ik ontspannen gaan zwemmen, morgen zouden we worden gered. Heus!

Wordt vervolgd.

(Omdat de kapotte wiefoek niet fotogeniek was, plaats ik maar een foto van een kapot bord met leuke kindertjes erop. Kapot is kapot tenslotte.)

zondag 28 juli 2013

Tsjechië 2 - Er kriebelt iets aan mijn teen

Zwemmen


Een goddelijk meer was het en een geweldige ruime camping, daar in de buurt van Třeboň. We besloten er een paar dagen ons kampement op te slaan, met vrij uitzicht op het lege meer. Wat wil een mens nog meer.
Nou, zwemmen natuurlijk met die hitte.
Het meer had de kleur van een vissenkom die een halfjaar niet was ververst. Ondanks dat er  niemand zwom, verzekerde de aardige botenjongen - die vrijwel geen enkele boot verhuurde - me dat het zwemmen in die verdunde erwtensoep volledig veilig was. 'Water green, but safe,' bleef hij maar herhalen. 'And we have douche.' Hij wees naar de douchepaal die volledig werkloos op het verlaten strandje stond.
Ik piekerde me suf waarom het gigantische meer toch zo groen kon zijn als een tuinvijvertje.
Veel vissen?
Maar waarom zat er dan niemand te vissen? Op eerdere campings die we bezochten overtrof het aantal hengels ruimschoots het aantal campinggasten. Misschien bevatte het meer enkel oneetbare vissen? We zagen wel veel vinnen nipt boven het water uitsteken, nu we wat beter keken. Er zat inderdaad veel vis.
Maar wie laat zich afschrikken door een schooltje vissen als de botenjongen zegt dat het 'absolutely safe' is. Dus ik zwom heerlijk. En nogmaals en nogmaals.
Af en toe streek er iets langs mijn voeten, ondanks dat ik geen onderwaterplanten zag in die soep ging ik ervan uit dat het wieren waren.
In de schemering nam de activiteit toe in het meer. Regelmatig hoorden we vette plonsen van vissen die omhoog sprongen.

 Voedersilo's

 
De volgende dag liep ik met de hond een stuk langs het meer en zag een vrachtwagen een grote voedersilo vullen aan de waterkant. Er begon me iets te dagen.
We hadden gelezen over de vele kweekvijvers rond Třeboň. Ik stelde me er grote betonnen bakken boordevol elkaar verdringende vissen bij voor.
Een eind verderop zag ik een bord waarop een en ander stond uitgelegd.
Kort gezegd kwam het erop neer dat al rond 15-zoveel iemand op het idee kwam in dit moerasgebied grote meren te graven. Dubbel voordeel, met het uitgegraven zand kon de rest van het gebied weer worden opgehoogd. De gigantische meren zijn slechts anderhalve meter diep met een kuil in het midden. Je stopt er kleine kweekkarpertjes in, laat de silo een paar keer per dag flink spuien en in een zekere herfst, als ze groot genoeg zijn, laat je het meer leeglopen en vis je de diepe kuil met netten leeg. Op elk kerstmenu in Tsjechië prijkt karper als delicatesse.
Oke, ik zwom dus in een kweekvijver...
Bij karpers stelde ik me als vissenleek iets voor als een scholletje. Leuk visje om tussen te zwemmen.
Mooi, maar ongevaarlijk, ik nam nog maar eens een duik.

Hersenschudding?


We kregen al wat meer vraagtekens toen we met een kano het hele meer gingen ronden. Dat kostte ons bijna twee uur, het was waarlijk geen klein visvijvertje. Regelmatig spatte het water naast de kano hoog op omdat er een vis een capriool maakte.
Toen we even de kano stillegden om van de stilte op het lege meer te genieten kregen we de schrik van ons leven toen een enorme knal klonk. Alsof we fullspeed door een andere kano werden ge-enterd. Maar er was verder niemand. Het kon dus enkel een karper zijn, die ons wilde verjagen met een zwiep van zijn staart of die zichzelf een hersenschudding bezorgde door ons opzettelijk aan te varen.
Er begon me iets te dagen over de omvang van een volwassen karper.
Later in het stadje zag ik in een fontein wat karpers zwemmen. Oef, had ik daar tussen gelegen in het water? Die zagen er best groot en vooral in mijn fantasie moordlustig uit.

Avonturenreis


Pas thuis - ik was wifiloos op vakantie - ging ik de beestjes eens Googlen.
Oeps, een volwassen exemplaar kan zo'n 1,20 meter worden en 30 kilo wegen. Hoewel er ook eentje is gevangen ooit van 45 kilo.
Nou ja, laten we hier even uitgaan van nog niet volgroeide exemplaren (behalve die enkeling die ontsnapte bij de laatste herfstvangst) dan kom ik in mijn gedachten toch uit op visjes waartussen ik me liever niet drie keer per dag ga baden.
En oeps, welk gevaar had mijn kleine Zjors van net zes kilo niet gelopen toen hij telkens de tennisbal uit het meer viste?
Met terugwerkende kracht werd mijn rustige vakantietripje toch ineens een heuse avonturenreis.
Dat is dus wat Google met je doet...

vrijdag 26 juli 2013

Tsjechië 1- Pozor vlak

Als je met de auto Tsjechië doorkruist zijn de eerste woorden die je daar leert: pozor vlak. Zo ongeveer om de kilometer - naar mijn gevoel - kruist er een spoorlijntje het wegdek. En die kruisingen zijn dus niet zoals ze beloven: vlak. Je moet stevig afremmen als je er met een op leeftijd zijnde camper, zoals die van mijn vriendin, heelhuids zonder rammelende pannen en gesneuvelde glazen overheen wilt. Dat vlak betekent dan ook niet dat het vlak zou zijn, maar het is het Tsjechische woord voor trein. En die hebben ze daar veul, heul veul!!

Daarna leer je dan van de bordjes aan de tuinhekjes pozor pes. Pozor betekent nog steeds: opgepast en een pes is een hond. In de winkel verkopen ze ook van die bordjes met Yorkshires erop, dus mijn Zjors kreeg er zo eentje voor aan onze voordeur. Schijnt inbrekers doeltreffend af te weren.

En als we dan toch met een snelcursus Tsjechisch bezig zijn: vergeet niet de hele dag tegen iedereen die je ontmoet of waar je ook maar even vluchtig langsheen loopt dobrý den te zeggen. Goedendag verstaan ze namelijk niet. En vriendelijk zijn ze, die Tsjechen. Echt zonder uitzondering. De kleine hummeltjes op de schommel dobrydennen je al tegemoet als je in de buurt komt.
Een volk om van te houden!

woensdag 10 juli 2013

Bepaalde gevoeligheden

 
Twee keer werd het verhaal bijna uitgegeven en twee keer ging het op het laatste moment niet door. Een keer was dat omdat de uitgever 'bij nader inzien rekening moest houden met bepaalde gevoeligheden in de maatschappij'.
Razend was ik.
Het enige 'gevoelige' in het verhaal waren de twee moeders. Op een of andere manier hadden de kinderen, die een gevonden poesje wilden redden op de camping, geen vader en moeder maar twee moeders gekregen van me.
Niet dat het verder een rol speelde in het verhaal, het was gewoon zo. De terloopse lesbo-moeders, zal ik maar zeggen. Broodnodig af en toe in kinderverhalen.
Maar ja, dus wel een 'gevoeligheid', volgens de uitgever, al hadden de personages er op geen enkele manier last of voordeel van. En 'het gaat al zo slecht in boekenland en je snapt dat we ons geen risico kunnen veroorloven.'
Dat wil ik niet snappen.
Zucht!
Gelukkig kwam Janine van der Land als stagiaire op mijn pad en zij illustreerde het verhaal Jet gered? prachtig! Ik ben echt verguld met het resultaat. Dit heeft ze echt goed in de vingers! Houd haar in de gaten!
Of we het boek ook verkoopbaar gaan maken overleggen we nog even. Gezien de vele kleurenillustraties wordt het dan namelijk een prijzige uitgave. Dus voorlopig genieten Janine en ik er zelf van.
(Klik op het plaatje voor een vergroting van de totaalcover) 

zaterdag 6 juli 2013

Daar knapt een boek toch zo van op!

Een aantal jaren geleden schreef ik een Vlaams Filmpje (dat is een boekje) over Fleur. Een meisje dat van alle dieren houdt en een hoofd vol vragen heeft. Een vlieg op de boterham heette het.
Over de keuze van de illustrator had ik niets te zeggen, sterker nog: ik kreeg het boekje kant-en-klaar in de bus en zag toen de plaatjes voor het eerst.
Ik was, laten we het zo zeggen, niet meteen enthousiast over de illustraties.

Na een paar jaar liep de licentie van Averbode op het boekje af en ik wilde er graag iets nieuws mee doen.
Arwen Luijten, die graag dieren illustreert (en die komen er veel voor in het boekje), wilde het als stagiaire voor haar opleiding aan Sint Joost in Breda graag opnieuw illustreren. Het boekje kreeg ook een nieuwe naam: Mierenleeuwen kijken. Want dat is wat fleur en Fenner graag samen doen.

En ik moet zeggen: daar knapte het boekje erg van op!
Ze maakte er een fleurig geheel van en portretteerde Fleur en Fenner als kinderen zoals ik ze me had voorgesteld.
Het boekje ligt nu bij de drukker, want Arwen gaat het in haar trots natuurlijk ook wel breed verspreiden.
Over een paar weken is het voor 12 euro bij haar te koop.

Een verse vliervlinder

En daar lagen we dan, of zaten gehurkt of stonden wiebelend op een krukje. In heemtuin de Blekert in Schijndel. In extase voor een wit laken met een vlinderlamp ervoor. Camera's in de aanslag. Gapend, want de echte interessante vlinders lieten zich pas zien vanaf een uur of twaalf. In de nacht dus.
Een 'vlinderoloog' die waanzinnig veel Latijnse en ook Nederlandse namen kende van dat fladderende gespuis, legde ons steeds uit wat we zagen. Helemaal enthousiast werd hij toen hij een gele, verse vliervlinder ontwaarde op het doek. Vers, lieten we ons uitleggen, was een vlinderterm voor nog niet beschadigd en gerafeld. Hij was ook erg mooi, zeker weten. Maar het laken wapperde iets te veel in de wind om hem door mijn slechte camera scherp vast te leggen.
In een schriftje noteerde de vlinderman de aanwezige vlinders, regelmatig haalde hij een klein potje uit zijn zak waar een ondefinieerbaar microvlindertje in verdween. Dat mocht dan een nacht in zijn koelkast staan, waarna hij het diertje vandaag minutieus aan een onderzoek zou onderwerpen om daarna weer vrij te laten. Dat vond ik dus eigenlijk wel zielig.
Want gaandeweg de nacht ging ik van die beestjes houden. Beestjes die ik normaal gesproken als ze 's nachts bij mij binnenfladderen, omdat ik met het raam open nog zit te werken, en die dan 'poink, poink, poink' lawaai gaan zitten maken in mijn lamp, begroet met 'Rot op, mot!' werden opeens prachtig mooi voor de camera. Ze bleken groen of geel of gestreept te zijn en niet onooglijk poederig wit.
Namen kon ik natuurlijk niet onthouden, behalve de vliervlinder die van vlier houdt. Dat was dan weer simpel. En de stippelmotjes waren stippelig, dat helpt ook.
Op de foto's zie je groene zomervlinders (maar welke ook weer) en eentje die iets met tijger in zijn naam had. Maar wat precies? Dat tijgerbeest is dus niet vers. Hij is beschadigd in zijn bontkraag (ja, nachtvlinders hebben een heuse bontkraag tegen de kou). En o ja, nachtvlinders hebben dus geen kleine knobbeltjes aan hun voelsprieten zoals dagvlinders. Dat heb ik dus geleerd.
Maar vooral heb ik geleerd om van die akelige binnenvliegdingen de schoonheid en de waarde te zien.
Dank daarvoor, vlinderman!

(Klik op een foto voor een vergroting)