Een nieuw blog


Blog van kinderboekenschrijfster Netty van Kaathoven. Zoek je informatie over een van mijn boeken klik dan rechts op het juiste label en je krijgt de selectie die je zoekt.
Blogs over enkele reizen van me vind je ook door op het juiste label rechts te klikken.
Wil je me ergens over benaderen mail dan naar zjors#casema.nl en vervang daarin de # door een @

zaterdag 25 augustus 2012

I'm in heaven!


‘I’m in heaven!’
Ships, nou was ik het weer vergeten. Wekenlang deed ik mijn boodschappen al niet meer op het fietsje bij de Albert Heijn in de buurt, maar reed ik een keer per week met de auto naar de Jumbo om voor een hele week in te slaan. Reden: de kolereherrie bij onze Albert Heijn.
Of de muziek niet wat zachter kon, vroeg ik eens aan het bedeesde kassameisje. Dat wist ze niet. Ze deed alleen de kassa.
En ze had duidelijk de cursus klantvriendelijkheid nog niet gevolgd.
Of de muziek niet wat zachter kon, vroeg ik toen maar aan het meisje van de servicebalie. Maar de service beperkte zicht tot: ‘Daar heeft nog nooit iemand om gevraagd!’ Kortom: ik was een zeur.

Ik probeerde het nog een keer een paar dagen later. Misschien was de muziek maar af en toe zo hard, of had ik een slechte dag. Toen. Toen ik erover durfde te zeuren.
Maar weer was de muziek kolerehard en omdat we een of ander sportevenement hadden was het ook nogal Nederlandstalig over kampioen worden en zo. Brrrr.
Of het niet wat zachter kon, vroeg ik nog maar eens. Nee, dat kon niet, want de muziek stond naar zijn idee helemaal niet hard, antwoordde de jongen van de groenten. Die ook nog niet op cursus was geweest.
Dus besloot ik voortaan de AH links te laten liggen en de Jumbo te bezoeken. Tot ik het vandaag even vergat.

‘I’m in heaven, i’m in heaven!’ tettert een ongetwijfeld knappe jongeman met een lage heupbroek en een overhemd met openvallende knoopjes in mijn oor. Ik ken hem overigens niet, ik ken geen enkele hedendaagse zanger. Elvis en The Beatles, ja daar kun je me nog voor wakker maken. Maar deze jongen? Volgens mij kan hij niet eens zingen.
‘Zijn de fairtradebananen op?’ gil ik in het oor van de groentejongen.
Hij wijst me zwijgend het schap waar ze liggen. Precies onder de geluidsbox van mister ‘I’m in heaven’. Ik gris er wat mee, pak een bloemkool (boontjes in een zak doen duurt te lang) en snel door de geluidsluwe zone van de rijst en spaghetti naar het oorverdovende lawaai bij de rode wijn. Eentje maar, snel weer verder.
Mijn reisje door de super wordt zo wel met een kwartier minstens bekort. Beschuiten? Kan over een paar dagen nog wel. Yoghurt? Het voorste pak maar snel. Inmiddels zijn we bij ‘I want you, you, you, only you,’ aanbeland. Ja, ja, denk ik. Ik hoor je volgend jaar nog wel een keer als ze jou weer ingeruild heeft voor een andere knappe zanger en jij je volgende depri-hit schrijft.
Bij de kassa ga ik demonstratief met mijn handen over mijn oren staan tijdens het wachten.
Ik probeer het daarna nog een keer bij de servicebalie: ‘Waarom staat die koleremuziek zo hard?’ Deze keer tref ik iemand die de cursus wel heeft gevolgd. ‘Wat vervelend voor u, mevrouw, dat het u hindert,’ zegt hij.
‘Maar kan er ook wat aan gedaan worden?’ vraag ik hoopvol.
‘Ik zou het graag willen oplossen voor u. Maar dat mag ik helaas niet doen. Het hoofdkantoor bepaalt welke band wordt gedraaid en hoe hard hij moet staan. Zodat niemand onze reclameboodschappen kan missen.’
Kijk, dat is tenminste helder. Het is dus hoofdkantoorterreur. Ongetwijfeld is daar op de marketingafdeling iemand komen werken die in zijn woeste jaren in een rockband speelde en nu in een duur pak en halfdoof bedenkt hoe hard de muziek overal in het land moet staan.

Nou sorry, dan maar naar de Jumbo voortaan, waar waarschijnlijk op het hoofdkantoor nog een oude knakker zit die beslist dat het wel een tandje zachter mag.

vrijdag 17 augustus 2012

Ja, dat heet werk!

'Werk jij nog wel eens?'
Die vraag wordt me vaak gesteld als mensen me te vaak (met een laptop of een schrift) zien zitten in de bossen van Oostkapelle of aan de oever van de Dommel. Of als ze me zien rondhobbelen in de manege in de buurt of juist op een paardenranche op Texel. Of ik zit zomaar ineens op een terras in Amsterdam.
Ja, mensen, ik kan jullie geruststellen, ik werk hard al ziet het er niet zo uit. Elk jaar streef ik naar vijf nieuwe boeken en dit jaar kom ik daar wel overheen. Alles wat je ziet, is dus waarschijnlijk een noodzakelijk kwaad voor mijn boeken. Werk, werk, werk! Research heet dat of inspiratie opdoen of creatief werken of desnoods: netwerken.
Sinds ik schrijf, heb ik het mooiste beroep van de wereld!
Afgelopen week bezocht ik de Tubbergse Paardendagen. Jawel, u raadt het al, werk!
Ik keek onder andere een hele dag naar de kont van dit geweldige paard: Emma.
Ziet het er niet uit als hard werken?
Ik zong daarbij Blanche en zijn peird . Een schitterend vergeten lied van Willem Vermandere, waar je helemaal relaxed van wordt. ("Dat is voor die twee toch zo simpel 't geluk. Ze verstaan mekaar met nen simpele judjuk.")
Bedankt Emma, voor het geduldig trekken van de kar de hele dag, zodat ik van het uitzicht kon genieten. Bedankt Lisette en Andre, dat ik met jullie mee mocht!
O ja, sorry nog dat ik de enige taak die ik had niet naar behoren vervulde.
(Vertel het niet verder, maar ik verloor halverwege, in de blub van een modderpassage de stempelkaart waar ik op zou passen!)

Ik leerde hoe mennen in zijn werk gaat en hoe leuk en ontspannen dat is. Zodat mijn Paardenmeiden in deel 8 ook eens kunnen gaan mennen!
Ook geleerd op die dag: tanden poetsen bij je paard doe je gewoon door de broeskop van de slang (waarmee je haar lekker afspuit na de rit) in de mond te stoppen! Emma genoot!
Zie je wel: research.